In de jaren 60 van de vorige eeuw waren de computers nog groot en dachten de meeste mensen dat deze steeds groter en slimmer zouden worden. Een science-fiction verhaal in die tijd gaat als volgt. In een niet benoemde toekomst is de aarde verenigd en besluit de mensheid de grootste computer ooit te bouwen.
Er volgt een enquête onder de wereldbevolking welke vraag het eerst zal worden gesteld aan deze computer. De president van de wereld toetst deze vraag in nadat de computer aangesloten is op elektriciteit : ‘Is er een God?’ Het antwoord komt bliksemsnel: ‘Ja, nu is er een God’. De president schrikt enorm en probeert de stroom af te sluiten, maar wordt gedood door een bliksemstraal.
Wat is AI nu eigenlijk?
Artificial Intelligence of kunstmatige intelligentie wordt gebruikt voor computers die een lerend vermogen hebben. Want hoewel de bestaande computers veel sneller zijn dan de enorme bakbeesten uit de jaren 60 van de vorige eeuw, blijven ze in principe dom. Ze kunnen nooit meer dan de software ze voorschrijft en ontwikkelen zich niet.
De enige intelligentie die de mens kent is hetgeen we zelf gebruiken om beslissingen te nemen. En onze intelligentie is gebaseerd op een lerend vermogen om informatie te gebruiken om de wereld om ons heen te begrijpen. Zo kan een kind al snel het verschil tussen een hond en een kat te zien. Zelfs al zonder duizenden voorbeelden te hebben gezien. Dat proces is (nog) niet na te bootsen in een computer, omdat de wetenschap nog maar weinig weet over het menselijk brein. Maar een computerbrein heeft mogelijkheden die een menselijk brein niet heeft of nodig heeft.
Door duizenden plaatjes te bekijken van honden en katten, kan een computerprogramma leren het verschil te zien tussen een hond en een kat. Langzamer dan een kind, maar de computer vergeet nooit meer iets.
De AI’s die je al kent
‘Zit er hier een slager in de buurt?’ Wellicht zonder er echt bij na te denken stellen vandaag waarschijnlijk talloze mensen deze vraag of een andere aan Siri op hun Apple apparaat. Miljoenen andere zullen Google Translate gebruiken om een tekst of een enkele zin te vertalen. Beide programma leren 24/7 van de informatie die ze daarbij opdoen. Waar Siri eerst een grappige aanvulling was op een iPad geeft deze AI steeds meer informatie en doet dat ook steeds efficiënter.
De vertalingen van Google Translate werden een 10-tal jaren nog cynisch bekeken als voorbeeld dat bepaalde klussen toch echt aan mensen overgelaten moesten worden. Maar inmiddels lachen ook gecertificeerde vertalers niet meer om computervertalingen. Deze worden steeds beter, met name in een wereldtaal als het Engels. En het leren gaat door, dag in, dag uit. Zal een computerprogramma binnenkort de menselijke vertalingen gaan overtreffen?
Robots
De bekende SF schrijver Isaac Asimov schreef veel over robots in hun verhouding tot mensen. In zijn boeken doen de robots al het werk en hebben de mensen een luxe leven. Om te voorkomen dat robots ooit mensen iets zouden kunnen aandoen, ontwierp hij de wetten van de robotica. Ook Asimov zag wel dat de mens geen partij zou zijn voor een robot. In diens brein zou dan ook vastgelegd moeten worden dat een robot ieder mens zou moeten beschermen. Dat zou ook gelden als dat ten koste van de robot zelf zou gaan. In zijn boeken levert dat interessante verhalen op; van robots die mens willen worden tot robots met fabrieksfouten die minder behoefte voelen om mensen te beschermen. In de huidige praktijk moet nog een systeem worden bedacht om lerende computers te beheersen, maar of de mens daar de tijd voor zal willen nemen?
The Terminator
Met een mix van angst en opwinding hebben vele toeschouwers de films over de terminator waarschijnlijk gezien. Maar besefte men dan dat een beeld van de toekomst zou kunnen zijn? Een wereld waar AI besluit dat de mens niet langer nodig is en die besluit uit te roeien? Het meest onwaarschijnlijke aan het filmscenario is dan waarschijnlijk het feit dat de mens ook maar enige kans van overleving zou hebben in die situatie.
Is een dergelijke optie een beeld voor een toekomst die ver van ons vandaan ligt? Lost de wetenschap het potentiële probleem voor die tijd op? De Britse minister van defensie opperde begin november 2020 dat hij verwacht dat binnen 30 jaar 20% van de Britse militairen niet langer mensen, maar robots zullen zijn. Het zal duidelijk zijn dat in landen waar men het westen nog steeds als een bedreiging ziet, goed is geluisterd naar die woorden.
Complottheorie of realiteit
Hoort de angst voor AI thuis bij de complottheorieën over buitenaardse bezoekers en andere zaken die onbewezen zijn gebleven tot op heden? Stephen Hawking (overleden in 2018) werd beschouwd als een van de grootste denkers van onze tijd. Hij was een van de mensen die waarschuwden voor de gevaren van AI. Hierbij merkte hij voornamelijk op dat het leerproces onomkeerbaar zal blijken te zijn en de mens weer het grootste probleem zal zijn voor de ontwikkeling. Hoe lang zal het immers nog duren voordat AI de inzet wordt van een nieuwe wapenwedloop? Als dat het geval wordt, zal de wereld veranderen en zullen wellicht robots de wereld beërven waar eens mensen leefden.
Een andere opvatting
Veel wetenschappers verschillen van mening met Stephen Hawking, Elon Musk en Bill Gates over de bedreiging van de mensheid door AI. Zij stellen dat de ontwikkeling van AI veel minder ver is dan men nu aanneemt. Bovendien zeggen zij dat de prestaties die we nu zien van een aantal programma’s nog steeds te maken heeft met de extra rekenkracht die een computerbrein nu eenmaal heeft in vergelijking met een menselijk exemplaar. Zij achten het ook niet waarschijnlijk dat vanwege het 24/7 leeraspect een AI op den duur intelligenter zal worden dan de mens omdat ook deze kunstmatige breinen beperkingen zullen kennen. Tenslotte stellen ze dat een AI als deze dan wel intelligenter zou worden dan een mens niet ook meteen zich kwaadaardig zou opstellen ten opzichte van mensen. Zij hebben meer vrees dat juist mensen deze autonome systemen zullen misbruiken om andere mensen kwaad te doen.
Wat denk jij eigenlijk?
Bekijk ook:
Plaats een reactie