Gedachten die helemaal niet kloppen, kunnen je toch een rotgevoel geven. Dit noemen we ‘denkfouten‘. Zo’n ‘ondermijnende stem' is funest voor het zelfvertrouwen. Gelukkig zijn ze goed te herkennen, en kun je leren om deze negatieve gedachten om te zetten in positieve gedachten. Op welke van de volgende denkfouten kun jij jezelf betrappen?
Denkfouten top 3
1. Denken dat het zou-moeten. Bijvoorbeeld: hij moet wel op tijd komen, anders is hij niet echt in me geïnteresseerd.
2. De toekomst negatief voorspellen. Bijvoorbeeld: ik denk dat het niks wordt met die baan, ik blijf vast nog jaren werkloos en dan moet ik door geldnood mijn huis uit.
3. Gedachtelezen. Bijvoorbeeld: ze zei me niet eens gedag, volgens mij mag ze me niet.
Veel voorkomende valkuilen
- Zwart-wit denken: ‘Niemand vindt mij aardig'. Termen als nooit, altijd, niemand, iedereen wijzen vaak op zwart-wit denken.'dit gebeurt mij ook altijd', ‘ik word nooit als eerste gekozen', ‘iedereen kan het goed, behalve ik'.
- Catastroferen: ‘Als ik die baan niet krijg is mijn leven voorbij'. Bij het catastroferen zullen toekomstige situaties rampzalig aflopen zonder stil te staan bij andere, meer waarschijnlijke scenario’s.
- Personaliseren: ‘Mijn baas is chagrijnig, dat komt door die fout die ik heb gemaakt'. Negatief gedrag van anderen maak je persoonlijk, terwijl een ander ook wel eens een vervelende bui of een rotdag heeft!
- Overgeneraliseren: ‘Ik heb ook altijd pech'. Ook hier worden termijn als nooit, altijd, niemand of iedereen vaak gebruikt. Op grond van één nare ervaring of gebeurtenis scheer je meteen alles over een kam en trek je te grote conclusies.
- Stickers plakken: ‘Ik ben nu eenmaal niet slim'. Je plaatst jezelf in een hokje, waardoor je jezelf onderschat en misschien zelfs situaties vermijdt omdat je niet meer nadenkt over of die gedachte wel klopt.
- Vergroten/verkleinen: ‘Ik heb twee keer gescoord, maar het andere team was slecht dus dat telt niet', of ‘Ik heb een goed cijfer, maar de toets was zo makkelijk dus ik had geluk'. Je schuift je succes af op toevalligheden of geluk waardoor je het verkleind. Je hebt het zelf gewoon goed gedaan, punt!
- Emotioneel beredeneren: ‘Ik voel dat ik het niet kan en daarom gaat het niet lukken.’ Je maakt keuzes vanuit je emotie. Je ziet gevoelens als bewijs voor juistheid van een gedachte, waarbij tegenbewijs genegeerd of onderschat wordt Even relativeren en op adem komen, en waarschijnlijk zul je zien dat het slechts de emotie was die je tegenhield, en je het écht wel kan.
Stop! Deze denkfouten zullen je echt niet verder helpen of vrolijker maken. Bovendien zijn het ook nog eens conclusies die je zelf trekt, en 9 van de 10 keer blijkt dit helemaal niet te kloppen met de werkelijkheid. Denk eens na over de gedachte die je hebt, waarschijnlijk heb je helemaal niet genoeg informatie om deze conclusies (denkfouten) te trekken. 🙂
Plaats een reactie