Kastelen gebruiken we tegenwoordig als trouwlocatie, of het is omgetoverd tot een sfeervol hotel. Heel soms woont er een excentrieke pianist in zijn eentje tussen een collectie Disney knuffels. Maar vroeger ging het er bij een kasteel heel wat minder romantisch aan toe. Toen werd er flink gevochten en vlogen de ledematen in het rond. Maar hoe verdedigde men een kasteel in de Middeleeuwen? Je leest het in dit artikel.
Verdedigingsmuur
Ook wel ringmuur genoemd. Het werd rondom het kasteel gebouwd, zo kon het kasteel afgesneden worden van de boze buitenwereld. Er lag vaak een slotgracht omheen. In deze slotgracht lag behalve stront en dode ratten, ook een mechanisme aan boobytraps, waarmee de vijand verrast kon worden als het kasteel werd belegerd. De verdedigingsmuur zelf had ook een aantal dodelijke verrassingen in petto.
Erkertoren
Op vrijwel elke hoek van het kasteel zat een erkertoren, ook wel spietoren genoemd. In dit ronde torentje zat een observatiepunt, van waaruit een goed getrainde schildwacht met het grootste gemak een pijl in je voorhoofd kon schieten. In de Belgische stad Gent en in het Nederlandse Oud-Valkenburg zijn restanten van een verdedigingsmuur met een erkertoren te bewonderen.
Mezekouw
Een mezekouw is een vierkant werpgat dat zich vaak boven de toegangspoort van de verdedigingsmuur bevond. Tegenstanders die onder een mezekouw stonden konden rekenen op een pijlenregen, een pan kokende olie, rotsblokken of de lijken van gedode collega’s. Er werd van alles naar beneden gegooid, dus een goede helm was vaak niet voldoende, een dak van schilden ook niet, eigenlijk helemaal niets dus. Er zijn nog negen plaatsen in Nederland waar mezekouwen bewaard zijn gebleven, zoals op het Muiderslot en de Binnenpoort in Culemborg.
Waltorens
Elke verdedigingsmuur had talloze waltorens van waaruit boogschutters gedekt konden schieten op vijanden. Als er een leger aan tegenstanders voor de deur stond dan stonden er honderden boogschutters klaar om een regen van pijlen af te schieten. Soms werd het land eromheen doordrenkt met olie en schoot men er brandende pijlen in, waarmee ze een inferno veroorzaakten in het gebied waar de tegenstanders zich ophielden. In Maastricht zijn de maaspunttoren en de Jekertoren bewaard gebleven.
Ligging
Misschien wel de belangrijkste verdediging van een kasteel was de ligging van het bouwwerk. Kastelen werden vaak op hogere gebieden gebouwd zodat men de vijand van ver aan kon zien komen. Ook maakte men gebruik van wassende rivieren en moeilijk begaanbaar gebied als natuurlijke verdediging. Het Muiderslot is hier een goed voorbeeld van. Door stukken land gecontroleerd onder water te laten lopen kon de vijand het kasteel niet bereiken. Het Muiderslot is zeker de moeite waard om een keer te bezoeken.
Plaats een reactie