Geen producten in de winkelwagen.
De afgelopen weken beheersten boze boeren het nieuws. Door het stikstof besluit van de overheid moeten ze hun veestapel drastisch verminderen, en dat valt niet in goede aarde. Het is echter niet de eerste keer dat boze boeren de straat op gaan. Het waren in het verleden wel vaker boerenopstanden. We hebben 4 grote boerenprotesten uit het verleden op een rijtje gezet.
Boerenprotesten
De boer is vrijwel het oudste beroep ter wereld. Ze stonden aan het begin van de eerste beschaving, maar werden door de eeuwen heen door de rijken als uitschot gezien, terwijl ze tot op de dag van vandaag van essentieel belang zijn voor het verkrijgen van voedsel, waar ook de rijken van eten. In de middeleeuwen had de boer weinig vrijheden.
Het land waarop ze hun eten verbouwden was vaak van een landheer, dus moesten boeren vaak een gedeelte van hun oogst afstaan aan de eigenaar van het land. In ruil daarvoor kregen ze bescherming. Het gevaar kwam echter vaak juist uit de hoek die bescherming moest bieden. De boer werd onderdrukt, en dat pikten ze op een gegeven moment niet meer. De boeren kwamen in opstand. Hieronder lees je vier voorbeelden van grote boerenopstanden.
1. De Jacquerie (1358)
In mei 1358 kwamen de Franse boeren in opstand en gingen gewapend met hooivorken woedend naar de Franse adel. Ze plunderden kastelen en veroorzaakten een hoop rumoer in Frankrijk. De Franse adel kon weinig tegen hen beginnen, omdat alle troepen in gevecht waren met de Engelsen, dus hadden de boeren vrij spel. Pas na een maand werden ze verdreven door een leger dat door de edelen was opgericht.
De boeren werden uiteindelijk verdreven, en hun leider Guillaume Cale werd gevangengenomen en uiteindelijk op een marktplein publiekelijk onthoofd. Als we de geschiedenisboeken openslaan dan vinden we de opstand terug onder de naam Jacquerie. Deze naam is afgeleid van het Franse woord Jacques Bonhomme, een denigrerende benaming voor een boer.
2. De Duitse Boerenoorlog (1524)
We gaan een sprong in de tijd vooruit. In 1524 begon toen een opstand in het Zwarte Woud. De boeren daar waren niet blij met de zware werkzaamheden die ze voor de landheren moesten verrichten, ook waren ze de hoge belasting spuugzat. Het land maakte in die tijd deel uit van het Roomse Rijk, dus dat was voor de boeren een goed excuus om in opstand te komen.
Ze gebruikten het protestantisme om naar de wapens te grijpen, en hadden de verwachting dat er hulp van God kwam, maar dat was bidden voor niets, want ze werden verslagen door de legers van het Heilige Roomse rijk. Thomas Müntzer, de leider van de opstand, werd gevangen genomen en onthoofd.
3. De Pachtersoproer (1748)
Ook in dit jaartal vond er een oproer plaats die zijn weerga niet kende, en ook deze keer ging het om het innen van belastingen. De Nederlandse overheid huurde pachters in om de belastingen bij de boeren te innen. Deze pachters inden echter meer geld dan nodig was, uiteraard om er zelf beter van te worden. In die periode ging het economisch erg slecht met Nederland en gingen overheidsbelastingen omhoog, terwijl de pachters ook een extraatje wilden pakken.
Toen dit bekend werd barstte er in 1748 in Groningen een opstand uit. Boeren gingen massaal de straat op, en plunderden de huizen van edelen en pachters. Een paar maanden later was het vuurtje overgeslagen naar Amsterdam. Toen daar 26 huizen van pachters waren geplunderd nam de woede af, en ging men huiswaarts. Dit was wel een van de laatste gewelddadige boerenopstanden uit de Nederlandse geschiedenis.
4. De Hollandse boerenopstand (1963)
De laatste grote boerenopstand in ons land vond plaats in 1963. De aanleiding voor deze opstand was het uithuisplaatsen van drie boerengezinnen. Volgens de overheid woonden ze daar illegaal en weigerden ze heffing van landbouwschap te betalen. Toen dit bekend werd kwamen duizenden boeren naar die locaties om de uithuisplaatsingen tegen te gaan.
De politie trad echter hard op en dreef de menigten met 200 man uiteen. Toen er een compensatieregeling met de boeren werd getroffen was de woede gekoeld. De boer die de leider van de opstand was heette Hendrik koekoek. Hij kwam na de opstand in de politiek terecht en wist zelfs met zijn boerenpartij twee zetels in de Tweede Kamer te bemachtigen.
Plaats een reactie